Helpen of redden?
Marieke is naar ons doorgestuurd door haar werkgever. Haar werkgever zou onder andere graag zien dat Marieke haar grenzen beter kan bewaken, waardoor ze meer ruimte en tijd inneemt voor zichzelf en haar eigen werkzaamheden. Nu loopt Marieke vaak vast in haar werk, doet haar werk regelmatig in haar eigen tijd thuis, neemt ze weinig tijd tot geen tijd voor zichzelf, waardoor ze zichzelf voorbij loopt en alles bij elkaar geeft dat haar veel stress. Tijd om daar verandering in te brengen, dat vindt en wil ze zelf ook .
Tijdens de eerste opstelling, waarin we altijd het gezin van herkomst neerleggen, wordt al heel veel duidelijk.
We staan in de opstelling. Marieke als zichzelf en ik als haar moeder. Naast elkaar. En steeds wanneer ik dreig om te vallen, houdt ze mij vast. Of ik pak haar arm beet en hang op haar schouders en blijf zo zeker 5 minuten staan. Mijn gewicht wordt voor haar steeds zwaarder. Maar het is voor haar geen probleem. ‘Kom maar mama’, zegt ze. ‘Ik help je wel. Ik ben sterk, ik kan het wel. Ik vind het zo zielig voor jou …als het zo zwaar is, dan doe ik het wel’.
Onbewust, uit kinderlijke liefde helpt Marieke het lot van haar moeder te dragen. Alleen is dit voor een kind veel te zwaar. Sowieso is het dragen van het lot voor een ander, veel te zwaar.
Wanneer Marieke uiteindelijk uitspreekt dat het redden van haar moeder haar te veel wordt en ze de lasten terug geeft aan haar moeder, omdat Marieke de kleine is en haar moeder de grote, barst ze in tranen uit. Marieke beseft dat dit is wat ze altijd heeft gedaan. Nu pas wordt het plaatje duidelijk. Ze heeft haar moeder niet geholpen, maar gered. Zodra het lot van haar moeder is teruggegeven, lucht het Marieke op en valt de spanning van haar schouders.
In het leven helpen wij allemaal dragen met het lot van iemand anders. Vaak van de moeder. Wanneer we als kind geboren worden, willen we dat onze moeder volledig beschikbaar is voor ons. Als we voelen dat dit niet kan, om wat voor reden dan ook, gaan we helpen met dragen voor de ander. Om op deze manier te hopen dat wij dan wel kunnen krijgen wat we nodig hebben.
Een patroon dat we meenemen in ons verdere leven. Eerst de ander, dan ikzelf.