Vandaag een drankje. Vers fruit met prosecco. Ter ere van de verjaardag van mijn moeder. Ik ben geen grote drinker. Met twee glazen alcohol zit ik al aan mijn tax. En er zijn maanden dat ik geen druppel drink.
Vroeger was dat wel anders. Tijdens mijn uitgaanstijd was een meter bier zo op in de kroeg. Ik werd er losser van. Het dansen ging nog soepeler. De oppervlakkige gesprekken gingen makkelijker. Ik hoefde niet te voelen en een masker opzetten gaf ogenschijnlijk veel vrijheid.
Huis, tuin en keukenpraat. Ik ben er meestal niet goed in. Ga liever direct naar de diepte. Ik wil voelen. Bij mezelf. Helder verbinding kunnen maken met de ander. Praten over de dingen die er werkelijk toe doen in het leven.
Weten wat er in de ander leeft. Wat de ander werkelijk drijft. En daar heb ik geen alcohol voor nodig. Liever niet. Dan ben ik scherper en zuiverder in voelen en verbinding maken en daarmee ook in leven.
In hoeverre kun (of durf) jij werkelijk jezelf (te) zijn zonder masker, mechanisme of verdoving?