Rosa werkt als vrouw in een harde mannenwereld. Ze vindt haar werk leuk, gaat over het algemeen met plezier naar haar werk en heeft uitdagingen genoeg. Waar ze moeite mee heeft en niet naar uit kijkt, zijn de wekelijkse vergaderingen. Ze is altijd aanwezig, doet haar stinkende best om haar strategie, werkwijze en oplossingen kenbaar te maken, maar voelt zich steeds vaker niet gehoord. In plaats van dan rustig deelgenoot te zijn van de vergadering, zit ze zich vooraf al op te winden, geeft het haar stress, zegt ze dingen tijdens de vergadering die ze eigenlijk niet zo bedoelt en is haar toon behoorlijk bot. Ze laat een deel van zichzelf zien waar ze geen regie over heeft en er ineens is. Dit gedrag van haar geeft juist wrijving en irritatie bij haar collega’s en zo voelt ze zich nog minder gehoord. Overigens is de trigger vooral bij mannen en laat ze nu net met heel veel mannen samenwerken.
De eerste opstelling hebben we gewijd aan haar gezin van herkomst. Daarin is haar al veel duidelijk geworden. Het niet gezien en gehoord worden door haar vader, heeft haar als klein meisje veel pijn gedaan. Daarom deed ze altijd meer dan haar best naar haar vader toe. In de hoop daardoor toch gezien en gehoord te worden.
Toen ze ouder werd en niet meer thuis woonde werd, ging ze haar best doen voor haar docenten, vriendjes of mannelijke collega’s. Onbewust om door hun gehoord te worden om de wond die ontstaan is als klein meisje, te helen.
Inmiddels weet Rosa dat de wond die ze toen heeft opgelopen als klein meisje, niet meer door haar vader of een andere man geheeld kan worden. Ze kan dit alleen maar zelf doen. Door dit deel van haar te herkennen, erkennen en omarmen. Haar volgende opstelling is dan ook een opstelling van het verlangen: ik wil mezelf zien en horen.
We leggen de volgende elementen neer: Rosa, verlangen en de blokkade. En later komt er nog een extra element: dat wat er nodig is.
Tijdens de opstelling wordt duidelijk dat het extra element zachtheid is. Zachtheid naar zichzelf en naar anderen. En dat is precies wat Rosa nooit deed. Het moest altijd beter, mooier, groter. En dat vanuit een perfectionistische inslag. Het was nooit goed genoeg en ook anderen konden het nooit goed genoeg doen.
Door zichzelf zachtheid te geven. En naar anderen met zachtheid te kijken. Dat zorgt er voor dat de wond kan helen.